NEXT
HOME
Die mooie vrouw
Er liep een mooie vrouw op straat
bevallig en zeer gracieus
kortgerokt en nylon`s zonder naad
met naaldhakjes van wel tien centiemeter
en in haar blouse een veter.
Zij had een decolleté dat niets verhulde
van datgene wat haar bloesje vulde.
Haar lippen waren fel rood aangezet
het rokje stralend wit,
had opzij een hoge split
Blonde lokken dansten op haar schouder
terwijl zij daar zo liep,
zij was net twintig of iets ouder.
Zij blikte steeds in `t rond,
hopend dat zij bewonderaars vond.
Om de mannen te behagen
die haar zouden begeren
daarom liep zij daar te koketteren.
Ter aanmoediging van hun lust
want van haar schoonheid was zij zich bewust.
DdJ.
Het meisje van lichte zeden
Langzaam ga ik aan jou voorbij
jij wenkt naar mij,
maar ik ga niet naar binnen.
Voor geld wil ik jou niet beminnen.
Toch voel ik mij door jou aangetrokken
van jouw blik raak ik steeds weer van de sokken.
Ik blijf dan een wijle staan,
terwijl ik een klant naar binnen zie gaan.
Terwijl je het gordijn verschuift
ben jij het die nog even naar mij wuift.
Ik zie jou steeds heel bekwaam,
daar zitten voor het raam.
Jij etaleert je op z`n best
steeds denk ik nu is het voor `t lest,
maar jouw beeltenis komt steeds voor mijn geest,
als ik niet bij jou langs ben geweest.
Het zijn jouw ogen en je blonde lokken,
je sensuele mond en die korte rokken.
Het geheel is voor mij
als een wonderschoon schilderij.
Maar steeds doet het bij mij zeer,
wanneer je de deur opent voor een heer.
Ik zou je zo graag willen kennen
en je dan eens echt willen verwennen.
Maar betaalde liefde is niet mijn wens.
Echte liefde van mens tot mens,
zou ik jou willen geven,
om saam als man en vrouw te leven.
Dus keer ik terug op mijn schreden.
Weg van dat schilderij van lichte zeden.
Beseffend dat maar één ding geldt.
Echte liefde koop je niet voor geld.
DdJ.
Over de Wallen naar kantoor
"Dag mevrouw , mag u ik wat vragen
wilt U voortaan een coltrui dragen?
Want uw zo diep uitgesneden decolleté
daar zit ik steeds een beetje mee.
Als ik voorbij ga aan uw raam
is `t dat ik mij zelve schaam.
Het zijn steeds mijn ogen die verstarren
en mijn hersenen die verwarren.
Kleed u toch fatsoenlijk aan
en blijf niet zo bloot voor uw venster staan.
Ook uw benen zijn het aanzien waard,
maar `t is het vele bloot wat mij bezwaard.
Ik ben op weg naar mijn kantoor,
maar stelt u zich eens voor.
Het werken gaat niet naar behoren
steeds komt u beeltenis weer naar voren."
"Mijn beste man ik ben aan `t werk
in dit niemendalletje voel ik mij sterk.
Wat ik te bieden heb dat laat ik zien,
zodat ik ook een boterham verdien.
Voor € 50,= kunt u het bed met mij delen.
Ik beloof u; geen moment zult u zich vervelen
en wat u dan ervaart,
is waar u nu naar staart.
U bent daarna van alle schroom bevrijd
en kunt ongestoord weer aan de arbeid.
U voelt zich dan weer gesterkt,
daar u dan weet waarvoor u werkt."
Die oude dame
Ik ken een dame, een oude dame,
waar bij, heel vroeger de mannen kwame (n).
Mannen die thuis niet vonden
waarvoor zij in de echt waren verbonden.
Zij zochten hun vertier
bij deze dame van plezier.
Nu is zij oud en grijs
en door het leven wijs.
De mannen komen nu niet meer,
dat deed haar heus wel zeer.
Als zij nu in de spiegel kijkt,
snapt zij dat men voor haar niet meer bezwijkt.
Het frivole leve dat zij leide
met vele mannen aan haar zijde,
heeft diepe sporen nagelaten.
Dat heeft zij zelf ook wel in de gaten.
De mannen die haar steeds gretig hebben gekust,
vertoeven nu ook in Avondrust.
Vergrijst tot op het bot,
berustend in hun lot.
Zij voelt zich nu eenzaam en alleen;
verfoeit door de andere dames om haar heen.
Die haar niet willen accepteren
en haar voor een praatje weren.
DdJ.
terug naar boven
Deze pagina is voor het laatst bijgewerkt
zaterdag 26 maart 2016