De zomer gaat de herfst komt
De zomer zegt ons vaarwel
met nog enkele mooie dagen.
De herfst komt nu snel
onze aandacht vragen.
Gaven bladeren de bomen hun zomerse dracht,
nu dwarrelen zij in het rond.
Zij hebben hun taak volbracht
en vallen goudgeel op de grond.
De zon staart ons nog aan,
maar zal steeds vroeger onder gaan.
De vogeltrek is reeds begonnen.
De boer heeft zijn akkers ontgonnen.
Als nu de maan herrijst
en met zijn schijnsel door de kale takken wijst,
dan is het einde van zomer definitief.
Maar ach; ook de herfst heeft zijn gerief.
Mist in de Betuwe
De Betuwe is in mist gehuld
de bomen zijn slechts silhouetten
elke leegte wordt er mee gevuld
alsof men de gaarden wil ontsmetten.
Slechts door het krijsen van een uil
wordt de sinistere stilte`verstoord
maar toch gaat hier in de lente schuil
geloof mij op mijn woord.
Want als straks de mist verdwijnt
doordat het lentezonnetje schijnt
en de gaarden bloesems geven
dan pas komt Betuwe tot leven.
De morgen
De morgenstond
heeft goud in de mond
maar toen ik keek uit 't raam
pakte zich donkere wolken saam.
Ik zag geen zonovergoten tuin
met vogels in iedere kruin
Nee de regen is nabij
dat stemde mij niet blij.
Maar toch is 't nodig voor 't land
voor de uitgedroogde klei en zand
want water is de bron van al het leven
vergeet het u planten nooit te geven.
Regent het soms een ganse dag
we zijn dan gelijk van slag.
We mopperen dan over 't weer
er is dan gelijk een andere sfeer.
Je kan het dan overal aan merken.
Bezie de mensen die gaan werken.
Zij gaan, diep weggedoken in hun jas
en zijn niet erg in hun sas.
Je merkt het aan alle dingen
je hoort dan haast geen vogels zingen.
Alleen het gekletter van de regen
met plassen op de wegen.
De struiken laten hun bladeren hangen,
als of zij die regen niet willen vangen.
Doch dat zien we dan niet goed
zo komt het water beter bij de voet.
De natuur past zich aan de
weersgesteldheid aan
bij regen , zon of maan,
ja zelfs aan harde wind
is 't de natuur die er zijn voordeel in
vind.
Houd de natuur altijd als voorbeeld
en er is geen weer dat ons verveelt.
Dit is wat ik jullie wilde zeggen
blijf daarom door de regen niet langer
leggen.
maar komt welgemoed uit uw bed
en prijst de dag,
begin hem met een lach
als ge uw eerste schreden zet
Dd J.
Herfst
Als het bronzen beukenhout
in tassen gestapeld in het woud,
omwonden is door spinnenrag
alsof dat `t bij elkander houdt,
Als de bladeren
goudgeel getint,
dwarrelend vallen
bij het eerste zuchtje wind.
Wanneer de vogels in zwermen
naar het zuiden trekken,
om na hun vlucht
de zomer op te rekken.
Als een zilveren zweem
van dauw `t mos bedekt,
dan toont de herfst
zich onbevlekt.
Wanneer ik dan jou,
herfst, in je gouden tooi,
vol verrukking aanschouw,
vind ik jou steeds weer oh zo mooi.
Als echter grauwe wolken
aan komen stormen uit het verschiet
regen, wind, en hagel jou vertolken
dan is de zomer bij mij weer favoriet.
DdJ.
CONTRA VIM MORTIS NON EST MEDICAMEN IN HORTIS
Tegen de kracht van de dood is er geen kruid (in tuinen) gewassen
Tuinpraat
Na een dag van noeste arbeid
zit ik weer op m`n stekkie
`k heb me naast de verwarming bij m`n Pc gevleid
da's een heel warm plekkie.
Heel de dag was ik in touw
eerst even dit
en dan ook dat nog even gauw
en toch voel ik me fit.
Ik heb geen moment gezeten,
`k had haast geen tijd om te komen eten;
Ja `k heb een heel hoop werk verzet
en ik kan tevreden naar m`n bed.
`k Heb onder andere de roos gesnoeid,
opdat die straks weer prachtig bloeit
en `k heb hem ook bemest;
dan doet ie straks nog meer zijn best
Ook m`n dahlia`s heb ik gepoot;
die worden straks een meter hoog,
met bloemen Ò zo groot
maar m`n benen voelen nu als lood.
Nieuwe nestkastjes heb ik opgehangen.
Niet dat ik de vogeltjes wil vangen,
maar ik help ze gewoon een handje;
in dit volgebouwde landje.
Zij zoeken steeds naar nestmaterialen,
maar weten niet meer waar ze die moet halen.
Vroeger stonden hier grote Linden,
maar die zijn niet meer te vinden.
Je weet net hoe 't tegenwoordig gaat,
eerst hadden wij hier de Eikenlaan;
nu heet het de Binnenbaan,
omdat er geen boom meer staat
Nu daarom hang ik nu die kastjes neer,
misschien komen de vogeltjes dan weer.
Terwijl ik dan m`n tuintje spuit,
kan ik luisteren naar hun gefluit.
Daarom ook doe ik m`n tuin niet betegelen,
het zou de natuur nog meer ontregelen.
Laat ons zuinig zijn op al wat leeft en bloeit
opdat niet alles wordt uitgeroeid.
Een fabel met een diepere achtergrond
In het Mastbos in Brabant,
had men een paar
Palmbomen geplant
uit een ander land.
Zij groeiden op tussen
Beuken Dennen en eiken,
maar ondertussen
stonden die heel raar te kijken.
De Eik zei tegen de Den.
"Dat zijn bomen
die ik glad niet ken.
Hoe zijn die hier toch gekomen?"
De Den moest het antwoord
schuldig blijven.
Toen zei de Beuk.
'Ik vind ze wel leuk zijn `t soms Olijven.'
Van ver riep een hoge Populier:
'Zeg Eik wat doen die vreemde bomen hier?
Het zijn volgens mij allochtonen
die hier zijn komen wonen!'
'Ja' zei de Eik.
'Als ik ze goed bekijk,
dan zijn het Palmbomen,
die zijn van heel ver naar hier gekomen.'
De Palmen reageerden terstond,
maar een vreemde taal
kwam uit hun mond.
De Eik riep toen heel verbaal.
'Die Palmen moeten integreren;
zodat zij onze bomentaal gaan leren.'
'Nee' zei de Den.
'Ik wens hier geen boom die ik niet ken.'
'Ja.' Zei de Beuk.
'Bij nader inzien vind ik dat ook niet leuk.'
'Och.' Riep de Populier
en hij verhief zich fier.
'Het heeft mij ook verbaast
toen zij hier werden geplaatst,
maar wij moeten toch onderkennen;
dat wij aan hun aanwezigheid zullen moeten wennen.'
'Laat ze genieten van onze vruchtbare aarde
wanneer zij zich aanpassen
aan onze normen en waarden
dan hoeven zij van mij niet te op te krassen.'
De autochtone bomen
staken hun takken bij elkaar.
en zijn toen tot een wijs besluit gekomen.
Ja mensen het is werkelijk waar.
Zij sloten toen een convenant;
dat zij zouden hen accepteren
als die bomen uit een ander land
het onvervalste Brabant`s zouden leren.
Wanneer u nu in Mastbos loopt
ziet u tussen Beuken, populieren, Dennen en Eiken
Palmen staan die tot de hemel reiken
en tot het Hollands natuurschoon zijn omgedoopt.
DdJ.
Vrede
Tussen in elkanders armen vallen
en naar elkaar de vuisten ballen
zit een wereld van verschil
voor hem of haar die het beamen wil.
Zo ook tussen houden van
en elkander haten
al doet men oorlog in de ban
het mag allemaal niet baten.
Iets bedoeld als een grap
voelt de ander als een trap
al is er vaak niets aan de hand
terwijl dan toch de strijd ontbrand.
Om dan wanneer het gaat dagen
men zich vertwijfeld af gaat vragen
was de sop de kool wel waard
is dit nu werkelijk onze aard.
Ligt dit in onze natuur gebakken
dat wij zo snel de strijdbijl pakken
wel bezingt men de vrede in gezang
maar echte vrede duurt nooit lang.
wanneer gaat `t bij de mens eens dagen
en zal men elkander beter gaan verdragen.
zelfs leeuwen zijn te temmen
maar haat en nijd zijn niet af te remmen.
Wie het weet die mag het zeggen
opdat de mens de strijdbijl neer zal leggen
zodat elke opwelling wordt gemeden (n)
om ooit te komen tot de echte vrede.
DdJ.
terug naar boven
Deze pagina is het laatst bijgewerkt op:
zaterdag 26 maart 2016