Klik hier voor pagina 11Klik hier voor de Homepagina

 

 

 

 

 

 

Ons huis

"Het Hulsbeek"

 

HET HUIS WAAR IK GEBOREN BEN.
DAT HUIS WAT IK UIT MIJN KINDERJAREN KEN,
DAT OUDERLIJK HUIS AAN DAT KLEINE MEER.

DAT HUIS, ...... DAT IS NIET MEER.

MIJN OUDERS HADDEN DAAR HUN GELUK GEVONDEN
NADAT ZIJ IN DE ECHT WAREN VERBONDEN
MIJN WIEGJE HEEFT DAAR GESTAAN
MIJN EERSTE SCHREDEN BEN IK DAAR GEGAAN.

DE TUIN WAS NET HET HOF VAN EDEN
`K BEN ER IN EEN KINDERWAGEN ROND GEREDEN
ALS KIND BEN IK DAAR OPGEGROEID
IN DIE PLAS HEBBEN WIJ GEZWOMMEN EN GEROEID.

IN MIJN KINDERJAREN HEB IK DAAR ALTIJD GESPEELD
`K HEB ER MIJ NOOIT EEN MOMENT VERVEELD
HET WAS OMZOOMD DOOR GROTE BOMEN
M`N VRIENDINNETJES MOCHTEN ER WAT GRAAG KOMEN.

MAAR NU, ...... NU IS ALLES AFGEBRAND
SLECHTS BLEEF EEN HOOPJE AS OMGEVEN DOOR DAT MOOIE LAND
DIE BEELTENIS UIT MIJN KINDER DROMEN
IS MIJ DOOR DIE BRAND ONTNOMEN.

De foto boven het eerste gedicht werd door een lid van de Schrijversgroep van het Seniorweb op de list vertoond met de mededeling:

Dit was de ouderlijke woning van mijn buurvrouw, daar in is zij geboren en opgegroeid. Kortelings is het tot aan de grond afgebrand.

Met deze brand zijn al haar jeugdherrinneringen mee verbrand. Het huis stond namelijk in de Hulsbeek in Twente. deze foto inspireerde mij tot het maken van het eerste gedicht. Die bewuste buurvrouw was zeer ingenomen hiermee, daar in het gedicht precies werd weergegeven hoe zij haar jeugd daar had beleefd.

Zij vroeg mij of zij dat gedicht op haar site mocht zetten en nu staat het daar te pronken onder de url:

http://members.home.nl/klederdrachten/

 

Naar de site van rikkie van der Weert

Daarna mailde zij mij dat het huis niet meer zal worden herbouwd, maar dat het mooie plekje in handen van een projectontwikkelaar was gevallen.

Toen maakte ik voor haar het volgende gedicht, dat zij ook weer op haar site plaatste.

 

ZO IS ALLES VERGANKELIJK OP DEZE AARD
AL WORDT HET NOG ZO GOED BEWAARD
MAAR DAT BEELD UIT MIJN KINDERJAREN
WIL IK TOCH IN MIJN HERINNERING BEWAREN.
DdJ.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

tussenvoegsel

     

Het Hulsbeek

 

De Hulsbeek 
 
                                                                                                                                                       
 
De overheid heeft beslist
herinneringen worden uitgewist
waar ik eens mijn herinneringen vond
gaapt nu een grote open wond.
 
De Hulsbeek bij Oldenzaal
verloor zijn sfeer
en is nu kaal
die mooie Hulsbeek komt niet weer.
 
Daar in dat mooie woud
worden nu bungalow`s gebouwd
een projectontwikkelaar
heeft reeds zijn plannen klaar.
 
De rust die is gebleven
wordt hierdoor ruw verdreven
de vijvers worden dan niet meer omzoomt
door struiken en geboomd (e).
 
Maar aan zijn groene oevers
grenzen dan de tuinen van rijke snoevers
zo verdween er door een brand
 een heel mooi stukje natuur in  ons Twentse land

DdJ.

 

 

tussenvoegsel

 

 

 

Op het as van het uitgebrande restaurant

Het  Hulsbeek is vernieuwd
 
 
Het Hulsbeek is Het Hulsbeek weer
zij is uit haar as herrezen
de burgers kwamen in `t geweer
en hebben Het Hulsbeek een dienst bewezen.
 
De bevolking van Oldenzaal
protesteerde heel verbaal
De plannen voor een bungalowpark
veegde men van tafel met een hark
 
Voor elke Oldenzaler was het een must
Het Hulsbeek is hun oase van rust.
Het is hun hof van Eden
dat zij vrijelijk moeten kunnen betreden.
 
De overheid kocht eieren voor haar geld
en de projectontwikkelaar werd afgebeld
Nu is er een restaurant gebouwd
dat past bij het omringende woud.
 
Een restaurant dat zijn weerga niet kent
speciaal op de bevolking geënt.
Wanneer ik nu op `t terras zit van Max Buitenhuis 
dan voel ik mij weer een beetje thuis
 
Herinneringen komen mij dan weer voor de geest
zo als het hier vroeger is geweest
toen ik met mijn poppen speelde
en mij hier nooit verveelde.
 
Ja wat geweest is, is geweest;
dat heb ik moeten leren.
Dat zal nimmer ook wederkeren.
Maar mijn bezoek aan het Hulsbeek is weer een feest.
DdJ.

Hulsbeek vanuit de lucht

 

 


tussenvoegsel

                                                                     
 

Avondrood, goed rood

 

 

 

 

 

 

Het ochtendgloren.

Bij `t eerste ochtend gloren recht zich het koren
de wereld die ontwaakt.
Men voelt zich als herboren
,
de nacht is weer gekraakt.

Het leven begint weer zijn normale loop
met al zijn dagelijkse bezigheden,
tussen geboorte en dood.
Dus gooi af uw verenkleden.

Voor ons allen is er weer een taak
in dit wereldse gebeuren
die wij moeten aanvaarden zonder tegenspraak
na een nacht van heerlijk meuren

DdJ.

tussenvoegsel

 

 

 

Landschap  

                                          


Het landschap veranderd hier elk seizoen
hier hoeft de mens niets aan te doen.
In winterse sneeuw, bij het helderste licht
ontwaar ik het landschap als een woordloos gedicht

 Ontluikt dan in de lente nieuw leven in bos en plas
 bedwingt de tuinder de loop der natuur achter glas

bij storm, bliksem en regengordijnen
zal zelfs de schoonheid van `t landschap niet verdwijnen.

Dan rust de wind, donkere wolken staan nu stil
in `t landschap weerspiegeld de natuur haar gril
van achter de wolken spreekt de zon in hemels lichtend goud
" Ik overwin, ik schijn en ik geef mijn warmte aan `t woud. 

                    DdJ.

 

tussenvoegsel

 

 

 

Vergeten herinneringen

Mijn herinneringen die zijn zoek
heel mijn leven is een gesloten boek
alles wat ik heb meegemaakt
is in een maalstroom zoekgeraakt.

Wie was toch weer mijn lieve vrouw
waar ik misschien nog steeds van hou?
Ook ken ik mijn kinderen niet meer.
Waarom moet dat toch zijn O Heer?

Ik voel mij nu gelijk een plant
te midden in rul zand.
Ik heb niets om mij aan vast te klampen,
mijn herinnering die verdampen.

Heel mijn verleden verdween in mist
alles werd uit mijn brein gegrist.
Heeft het leven voor mij nog zin,
zonder terugblik op het begin?

Zonder begin is er ook geen eind.
Wat houd mij nog langer overeind?
ik zie de mensen om mij heen,
maar toch ben ik zo alleen.

Ik zit hier maar te staren
en laat mijn blikken varen,
maar alles wat mijn ogen observeren
kan mijn brein niet meer verteren.

Het leven is een loze kreet
voor mij die van niets en niemand weet
ik weet het nu niet meer.
laat mij toch gaan O Heer.
DdJ.

 

 

tussenvoegsel

 

 

De nachtvlinder

Als nachtvlinder vlieg ik in de nacht
want wie kan zien in `t donker,
die heeft pas echt de macht.
Dus vlieg ik onder het sterrengeflonker.
 
Het zijn niet de zoete geuren
die de donkerte vult,
daar zij door natte nevelen zijn verhult.
De bloemen bloeien bij dageraad in de mooiste kleuren.
 
Om dit te ervaren ben ik steeds te laat.
Dat zal ook nooit gebeuren.
Maar daarom blijf ik bij de tijd.
Ik wordt door al dat moois niet afgeleid.
 
Ook ik fladder steeds heen en weer
alleen ben `k niet zo fragiel en teer,
als mijn zusje van de dag.
Zij is een schoonheid die er wezen mag.
 
Ik vlieg steeds in m`n oude grauwe werkpak
zonder versierselen of franje,
`t is net een oude jute zak.
Geen felle kleuren rood, geel en oranje.
 
Zo vlieg ook ik  in deze wereld vol onbegrip
maar ben `s nacht overal in een wip.
Niemand zit mij op de hielen
en heb geen weet van file.
 
Men  gaf  mij wel een mooie naam,
een naam van faam
Heterocera wordt ik genoemd,
maar`k ben hier door niet beroemd,
 
Het leven van mijn zusje is maar kort op aard,
haar is de liefde alles waard.
Daarom gaf zij mij als taak,
dat ik die `s nachts bewaak.
 
Nu mijn lieve zus wees niet bevreesd,
`k stort mij niet in`t aardse feest.
De nacht is lang
maar wees niet bang
 
Ik fladder wel maar `k heb nooit haast
en neem de tijd,
voor `t bewaken van de liefde
die jou verblijd
 
M`n zusje,  je bent zo fragiel en teer,
dus fladder maar wat heen en weer
In dees wereld met zijn warm onthaal
en breng je glimlach voor ons allemaal.

DdJ.

 

 

tussenvoegsel

 

 


Mijn tuin in Puttershoek

 

 

 

Het gouden doosje


Een heel klein gouden doosje
draagt zij nu al een poosje
een doosje vol herinneringen
die zij wel uit kan zingen.

En in het doosje zit een prent
zoals zij hem heeft gekend
samen met een lokje haar
dat zij nu op haar hart bewaart.

Zij waren zo gelukkig en blij
vier jaar eenzaamheid zijn nu voorbij
steeds welden bij haar vragen
maar zij heeft het leren dragen.

Het gouden doosje heeft zij gekregen
van haar zoon omdat hij wist
dat hij door haar zo wordt gemist
dit voelde hij zo heel gedegen.

En daar hij zijn vader ook vereerd
was vaders naam er in gegraveerd
"Hier mam het is maar klein
maar zo kan hij toch een beetje bij je zijn".

DdJ.
 

tussenvoegsel

 

terug naar boven

Deze pagina is het laatst bijgewerkt op:
zaterdag 26 maart 2016